- letzt
- letzt1 laatst ⇒ achterst2 uiterst ⇒ grootst, hoogst3 verleden, afgelopen ⇒ laatst4 laatst, slechtst♦voorbeelden:1 letzten Endes • tenslotte, per slot van rekeningdie letzte Neuheit, der letzte Schrei • het nieuwste, laatste snufjeam Letzten des Monats • op de laatste dag, op het laatst van de maandein Letztes möchte ich noch sagen • iets zou ik nog willen zeggen, tot slot zou ik (het volgende) nog willen zeggen〈spreekwoord〉 den Letzten beißen die Hunde • de laatste man bijten de honden2 mit letzter Anstrengung • met de uiterste inspanningsein Letztes (her)geben • (a) zijn uiterste krachten inspannen, alles geven; (b) zijn laatste cent uitgevendas Letzte an Brutalität • het toppunt van bruutheiddas Letzte an Einsatz • de uiterste inzetich habe das Letzte aus mir herausgeholt • ik heb het uiterste van mezelf gevergdbis aufs Letzte • helemaal, ten uiterstebis ins Letzte • tot in de kleinste details; 〈ook〉door en doorbis zum Letzten • tot het uiterste3 letztes Jahr, letzte Woche • verleden, afgelopen jaar, weekim letzten Jahrhundert • in de vorige eeuw4 die letzte Sorte • het slechtste soortdieser Film war das Letzte! • deze film was ontzettend slecht, miserabel!das war wirklich das Letzte! • (a) dat was te gek om los te lopen!; (b) dat was een aanfluiting, schandaal!
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch. 2015.